zaterdag 7 april 2018

Wilma!


Een van de kernwoorden in het Finse onderwijs is 'samen'. Dat betekent ook dat de leerlingen tot hun 16e allemaal hetzelfde onderwijs volgen: Finnish basic education. Daarbij gaan ze in principe naar de school die het dichtst bij hun huis ligt. De eerste 5 jaar in de ‘primary’ afdeling, daarna gaan ze naar de ‘secondary’. Wij zouden wellicht zeggen ‘onderbouw’ en ‘bovenbouw’. Daarna kiezen leerlingen uit twee routes: meer beroepsgericht ‘vocational’ of meer academisch gericht ‘upper secondary’. 

Vandaag waren wij in Espoo, een voorstad van Helsinki en qua grootte de tweede stad van Finland. Het onderwijs in Finland is zo georganiseerd dat in ieder geval al het funderend onderwijs wordt verzorgd door scholen die door de regio of het stadsbestuur worden bestuurd en betaald. Voor de 33.000 leerlingen in Espoo zijn er 82 scholen voor het basis onderwijs en 11 upper secondary schools. Er is één mega school voor vocational onderwijs. 

Wij bezochten Pohjois-Tapiola Upper Secondary School. Alleen al qua huisvesting is dit een bijzondere school, ze zitten sinds afgelopen zomer tijdelijk in een oud kantoorpand van Nokia en het bedrijf dat Angry Birds op de markt brengt. Dat betekent bijvoorbeeld dat er geen standaard lokalen zijn. Een flink deel van de ruimtes waar les wordt gegeven zijn slechts door een gordijn of vouwwand gescheiden van de centrale gang en vides. Verspreid over twee verdiepingen zijn studieplekken gecreëerd. Het geheel ademt meer de sfeer uit van een HBO of universiteit. Praktikumlokalen heeft men niet, daarvoor wijkt men uit naar de Aalto universiteit waar mee veel mee samenwerkt. In het deel van de stad waar de school staat bouwt de gemeente een soort van ‘kennis campus’ waar naast deze school ook de universiteit een reeks locaties krijgt. 

Pohjois-Tapiola focust op twee opleidingen: drama en (moderne) media. En heeft een grote reputatie. Dat leidt er toe dat er afgelopen jaar 1.200 aanmeldingen voor de 145 beschikbare plaatsen in leerjaar 1 waren. Je wordt toegelaten op basis van het cijfer dat je haalt voor de eindtoets van het Finse basisonderwijs. Dat moet voor deze school behoorlijk hoog zijn.

ICT wordt er volop ingezet. Leerlingen, die in upper secondary zelf hun boeken en overige leermiddelen moeten betalen, krijgen de keuze uit het kopen van hun boeken als e-boek of als gewoon papieren boek. De digitale leermiddelen variëren van platte e-books tot een volledig adaptieve digitale omgeving voor Wiskunde. Opvallend daarbij was dat over Wiskunde werd gemeld dat leerlingen zelf kunnen kiezen van welke docent en daarmee op welke manier zij Wiskunde willen krijgen. Of van de docent die leerlingen grotendeels zelfstandig met adaptieve software laat werken of van een docent die juist erg veel uitlegt en veel begeleiding geeft. Op deze school past het systeem zich dus aan naar wat de leerling vraagt/nodig heeft. Dat vraagt om veel flexibiliteit.

Leerlingen nemen of hun eigen laptop mee of lenen er een van de school. Deze week was een testweek waarin een periode werd afgesloten. Die test mogen de leerlingen op hun eigen laptop maken. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van Abitti. De docent zet in Abitti de test klaar en zet die op een bepaald moment open. De leerling krijgt een USB stick met een speciale versie van het besturingssysteem Linux en start daar zijn laptop mee op. Vanaf dat moment kan de leerling zijn eigen programma’s niet meer gebruiken en alleen nog maar werken in een afgesloten omgeving voor het maken van de test. De school maakt geen gebruik van software om mee te kijken met wat de leerling op zijn laptop doet. Alles draait om vertrouwen.

Het curriculum is opgedeeld in een aantal verplichtte en een aantal optionele delen. De leerlingen volgen het eerste jaar een soort basisprogramma. Al heel snel krijgen zij gesprekken met counselors om te bepalen naar welk type opleiding zij toe willen. Op basis daarvan kiezen de leerlingen zelf de vakken en cursussen die zij willen gaan volgen. Iedere zeven weken stellen zij zo een eigen uniek lesprogramma op. Wordt een cursus niet op hun eigen school gegeven? Dan kunnen ze die volgen op een andere upper secondary in Espoo of aan de Aalto Universiteit. Het kiezen van een goed programma is van belang om de toelatingstoets te kunnen halen voor de gewenste opleiding. In die zin lijkt het systeem erg op het werken met profielen in de bovenbouw. Alleen hebben de leerlingen veel meer vrijheid om zelf vakken te kiezen.

En Wilma? Wilma is de naam van de software dat door alle upper secondary scholen in Espoo wordt gebruikt als digitaal platform voor het sturen van berichten, het plaatsen van huiswerk/opdrachten en het is de plek waar leerlingen hun programmakeuzes maken en doorgeven. Ze stellen hierin hun eigen rooster samen.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten